De organisaties die de afgelopen decennia de ruggengraat vormden van onze samenleving staan onder druk. Politieke partijen, vakbonden, kerken en levensbeschouwelijke organisaties, maar ook andere maatschappelijke verbanden, clubs en verenigingen – allemaal kampen ze met dalende ledentallen en afnemende verbindende kracht. Dat heeft gevolgen voor het vertrouwen in instituties en de ontwikkeling van sociaal kapitaal. Tegelijk ontstaan er tal van nieuwe initiatieven, die als kans moeten worden gezien voor het vertrouwen in de samenleving door deze op adequate wijze te organiseren en de benodigde ruimte te gunnen. Socires onderzoekt hoe deze maatschappelijke ontwikkelingen in de samenleving van invloed zijn op democratie en rechtsstaat door het belang van sociale verbindingen en samenlevingsverbanden te thematiseren.

Er worden momenteel veel bedreigingen voor de democratische rechtsstaat waargenomen, onder meer van extremisme, polarisatie, criminaliteit en verzwakte instituties, ook extern wordt ons samenlevingsmodel expliciet uitgedaagd door buitenlandse inmenging en meer autocratische samenlevingen. Veel aandacht gaat daarin uit naar de sterkte van instituties en de rechtsstaat. Verschillend onderzoek wijst voorbij die louter juridische en procedurele kant van de zaak. Zo schreef de staatscommissie Remkes: “Versterking van de democratie vereist niet alleen democratische en rechtsstatelijke instituties maar nadrukkelijk ook een democratische cultuur van de voornaamste actoren daarbinnen. Zij moeten de democratische rechtsstaat uitdragen, verdedigen en versterken.” (Remkes, Lage drempels, hoge dijken, 2018). De staatscommissie verwijst hier niet alleen naar instituties, maar ook naar een democratische cultuur.

De vraag naar de democratische cultuur – ook wel democratisch ethos – verdwijnt al snel naar de achtergrond omdat het een blik op de samenleving als geheel vraagt. De verschillende actoren binnen de samenleving voelen zich vaak bezwaard om zich daarover uit te spreken. De Duitse rechtsfilosoof Ernst-Wolfgang Böckenförde vatte deze vraag naar het ethos samen in een bekend dilemma waarin hij stelt dat de liberale, geseculariseerde staat haar eigen voorwaarden niet kan garanderen: “Der freiheitliche, säkularisierte Staat lebt von Voraussetzungen, die er selbst nicht garantieren kann”. (Böckenförde, Die Entstehung des Staates als Vorgang der Säkularisation, 1964).

Wat zijn die bestaansvoorwaarden? Böckenförde noemde er twee: een individuele moraal en een verbindend, collectief ethos. Dat zijn zaken die de staat met haar interventierepertoire niet kan opleggen of garanderen, maar die voor het functioneren van de samenleving wel van vitaal belang zijn. Böckenförde zag dat moraliteit en collectiviteit ontstaan binnen andere instituties dan die van de staat en de markt. Dan gaat het over gezin, familie, gemeenschap én werk; over burgerinitiatieven, verenigingen, kerken en vrijwilligersverbanden. In Nederland gaat het ook over instituties in het publieke domein, zoals het onderwijs, de armenzorg, huisvesting, gezondheidszorg, jeugdwerk, ouderenzorg. In al deze instituties leren mensen andere dan op het eigenbelang gerichte manieren van omgaan met elkaar, en oefenen ze hun sociale vermogens. Al doende ervaren mensen zo erkenning: het gevoel ertoe te doen en erbij te horen. Hier ontstaan vertrouwen, engagement, gelijkwaardigheid en onderlinge verbondenheid. Trapsgewijs worden daar de voorwaarden voor de liberale, seculiere staat – individuele moraal en een verbindend, collectief ethos – vormgegeven door mensen zelf in sociale verbindingen.

Erosie van sociale verbindingen en behoefte aan ontmoeting

Robert Putnam en Francis Fukuyama schreven in de jaren ‘90 over (het verval van) vertrouwen en sociaal kapitaal in (Westerse) samenlevingen. Beide denkers zagen dat democratische samenlevingen gedijen bij de gratie van voldoende en stevig onderling vertrouwen in- en tussen de verbanden van individuen, gemeenschappen en instituties. Zowel Fukuyama als Putnam meende daarom dat de erosie van vertrouwen een existentieel probleem is voor Westerse landen (Putnam, Making Democracy Work, 1993; Fukuyama, Trust: the Social Virtues and the Creation of Prosperity 1995). Net als Böckenförde realiseerden Putnam en Fukuyama zich dat vertrouwen in staatsvorm en instituties afhankelijk is van een buiten-institutioneel reservoir. In de ontmoetingen van alledag en de sociale verbindingen in de samenleving wordt niet alleen sociaal kapitaal aangemaakt, maar worden mensen gevormd om deel te nemen aan de verbanden waarin zij staan. Het ‘horizontaal vertrouwen’ dat hier ontstaat is de basis voor wat we vervolgens verticaal vertrouwen kunnen noemen: het vertrouwen in de overheidsinstituties en de democratische rechtsstaat als samenlevingsvorm. Deze thematiek wordt vaak samenvattend aangeduid met het begrip ‘democratisch ethos’.

Dat deze thematiek sinds de jaren ’90 al speelt wordt uitgedrukt in tal van rapporten en onderzoeken die de laatste jaren verschijnen. René Cuperus en Josse de Voogd brachten in kaart hoe er een tweedeling in Nederland is ontstaan in de Atlas van Afgehaakt Nederland (2021). De commissie Marcouch concludeerde in 2023 o.a. dat mensen uit de democratische rechtsorde worden weggeduwd, waarin ook de wijze van organiseren door de overheid wordt geproblematiseerd. De nadruk zou daarin veel liggen op ‘zelfredzaamheid, economische focus op regio’s en bedrijfsmatig denken bij de overheid’ (Commissie Marcouch, Koester de democratie!, 2023). Het verdwijnen van de verbanden die mensen voorheen op een betekenisvolle manier verbonden aan de maatschappelijke ontwikkelingen en aan elkaar zorgt momenteel voor frustratie en hopeloosheid (zoals onder meer blijkt uit het WRR-rapport Grip, 2023).

Toch kan niet alleen naar de overheid worden gewezen om deze problematiek op te pakken. Hoewel zij waakt over het algemeen belang – en dus een blik heeft op de samenleving als geheel – wordt er wellicht wel erg vaak naar de overheid gekeken om problemen uit handen te nemen. Het maatschappelijk middenveld is evengoed aan zet om vanuit eigen beweging het belang van sociale verbindingen te thematiseren en een andere manier van organiseren voor te staan. De overheid kan dit in ieder geval faciliteren. We thematiseren eveneens de verhoudingen tussen het bedrijfsleven, de overheid en de samenleving. De wijze van organiseren die in die verhoudingen tot stand komt kan het democratisch ethos goed doen, of schaden. De verantwoordelijkheden en relaties over en weer vragen om doordenking omdat zij onderdeel zijn van de democratische rechtsstaat.

Naast die institutionele en organisatorische vraagstukken is er de vraag naar maatschappelijke ontwikkelingen. Zo leven jongeren langer thuis, is er een toename van eenzaamheid in de samenleving en lopen lidmaatschappen bij verenigingen terug. Ook relaties worden gemiddeld gezien steeds korter. Het toont een ontwikkeling in de samenleving die ons als het ware overkomt, maar die we in het belang van een weerbare democratische samenleving moeten begrijpen. De globalisering en digitalisering van de afgelopen decennia zijn voorbeelden van belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen waarvan de invloed op het democratisch ethos (de wijze van samenleven) vooralsnog onvoldoende is begrepen.

Om die reden thematiseert Socires met dit programma het belang van sociale verbindingen (relaties) en sociale verbanden voor de democratische rechtsstaat. De unieke insteek van dit programma is de rechtstreekse verbinding van democratie en rechtsstaat aan de gezondheid, vitaliteit en probleemoplossend vermogen van de samenleving en de mensen die daar deel van uitmaken. Daarbij zal het programma oog hebben voor de verschuiving in de belevingswereld die is opgetreden in de samenleving en de veranderende rol en zelfbeeld van overheid en burger. De democratie is geen optelsom van systemen en instituties alleen, maar bestaat altijd in wisselwerking met positieve attitudes in de samenleving: van erkenning, verbindend ethos, wederzijds respect, inclusiviteit en moraliteit. Voor het vitaliseren van de democratie gaat het dus ook om de vraag: hoe zijn die positieve attitudes, dat sociaal kapitaal, te genereren en te versterken? Het is de vraag naar de aard van de onderstromen die zich voordoen binnen onze samenleving.

Meer weten?  

Wilt u meer weten over het programma Democratie, rechtsstaat en samenleving, onze activiteiten of publicaties, heeft u vragen of suggesties, of wilt u een afspraak maken voor een presentatie of gesprek, neem dan contact op met programmamedewerker Paul Bosman (p.bosman@socires.nl).

Heeft u een vraag over Socires of wilt u op de hoogte worden gehouden van onze activiteiten, stuur dan een e-mail naar socires@socires.nl.