Over het programma

Het Rijnlands denken wint (weer) aan populariteit in Nederland. Volgens voorstanders is deze Europese manier van denken over- en organiseren van de economie en samenleving een gedegen alternatief voor het dominante neoliberale discours. Met Rijnlands denken wordt dan meestal bedoeld: het “kapitalisme met een menselijk gezicht”; de inrichting van de verzorgingsstaat en het belang van stevige publieke voorzieningen; de traditie van coöperatief ondernemen en familiebedrijven en de cultuur van subsidiariteit en medezeggenschap in bedrijf en bestuur.

Het gesprek over de noodzaak van een eigen “Rijnlands verhaal” wordt recent nog eens gesterkt door de geopolitieke ontwikkelingen van de laatste jaren: Europa ingeklemd tussen Amerika en China, met bovendien assertieve regionale grootmachten als Rusland, Turkije en Iran, die hun eigen rol op het toneel opeisen.

De schare pleitbezorgers van het Rijnlands denken groeit zichtbaar: de term wordt volop gebezigd in partijprogramma’s, wetenschappelijke artikelen, kranten, purpose statements en bedrijfsdocumenten. Voorbij de eerste associaties en intuïties is er tegelijkertijd vaak sprake van een haast Babylonische spraakverwarring: want wat is het Rijnlands denken nu precies? Is het bovendien nog wel actueel? En op welke wijze kan het dan een alternatief zijn voor de huidige inrichting van onze economie en samenleving?

In het programma Rijnlands Denken & Doen (2021-2024) verkent Socires in studie en gesprek de zeggingskracht van het Rijnlands denken voor de inrichting van onze economie en samenleving. Dat doen we in de overtuiging dat in de Rijnlandse traditie een wijze van denken, spreken en organiseren besloten ligt die voor o.a. ondernemers en bestuurders zeer actueel toepasbaar is. We publiceren over de thematiek én vertalen Rijnlandse inzichten naar een dialoog met- en voor bepalende Rijnlandse instituties in o.a. ‘de polder’ (bedrijfsleven, vakbonden, overheid, politiek, wetenschap etc.).

In onze publicaties maken we expliciet ruimte voor suggesties en aanbevelingen voor een Rijnlandse inrichting van de Nederlandse economie en bestuur. Daarmee wil Socires inspiratie bieden aan ondernemers, politici en bestuurders die nadenken over- en aan de slag willen met noodzakelijke veranderingen van het kapitalisme in Nederland en Europa.

Voor vragen over het programma, onze publicaties, activiteiten en/of om een presentatie of gesprek in te plannen kunt u contact opnemen met programmaleider Kees Buitendijk (k.buitendijk@socires.nl).

De achterliggende gedachte: Structuren van ontmoeting

Socires spreekt in dit programma zo min mogelijk over ‘het Rijnlands model’. De term ‘model’ wordt namelijk al gauw geassocieerd met een blauwdruk, een systeembenadering of een masterplan. Wij geloven niet in de gedachte dat we een plan kunnen formuleren en dat vervolgens kunnen opleggen aan economie en samenleving. Wij spreken daarom liever van ‘het Rijnlands denken’ en bedoelen daarmee: een waaier van tradities, (culturele) normen, opvattingen en benaderingen, die samen een lens vormen om doorheen naar economie en samenleving te kijken. Rijnlands denken is een inductieve methode: een optelsom van wijzen van werken en organiseren.

Desalniettemin willen we toch één gemene deler van het Rijnlands denken formuleren, een eigenschap die we tegenkomen in vrijwel alle dimensies van het Rijnlands denken: Rijnlands inrichten van economie en samenleving is een vormgeven van structuren van ontmoeting. Laat ons dat kort toelichten.

Wij menen dat de Europese & Rijnlandse traditie blijk geeft van het volgende inzicht: bij het inrichten van de economie en maatschappij dient de mens centraal te staan. Mensen in de volle opvatting van dat woord: met hun relaties, in hun omgeving, natuur, gemeenschap etc. We kunnen hier de terminologie van politiek filosoof Jürgen Habermas gebruiken: de leefwereld dient het uitgangspunt te zijn.

Centraal in het Rijnlands denken staat bovendien de overtuiging dat economie en maatschappelijk verkeer het bloeien van mensen kunnen stimuleren. Mensen worden namelijk mens in ontmoetingen; als ze erkenning ervaren, liefde en waardering. In ontmoetingen ontwikkelen mensen hun creatieve, sociale en morele talenten: empathie, solidariteit en loyaliteit, generositeit en naastenliefde, vertrouwen en sociaal kapitaal. Een samenleving die de ontmoeting en dialoog tussen mensen weet te garanderen kan gezond en succesvol zijn en blijven. Des te meer omdat ook de ontwikkeling van gemeenschap, cultuur en moraal, het gezamenlijke streven en gedeelde overtuigingen – kortweg: de samenleving – zich vitaliseert in ontmoetingen tussen mensen. Dit is een complexe opgave (zie ook: het dilemma van Böckenförde).

Een samenleving is echter meer dan het abstracte begrip ‘ontmoetingen’ alleen. Een zekere mate van ordening is noodzakelijk: systemen en structuren die het samenleven vergemakkelijken en burgers beschermen tegen de willekeur van affecten en emoties. Dat is die andere grote verworvenheid van de moderne staat: de bestendiging van de liberaal-democratische rechtsstaat in bureaucratie, wetten, regels, instituties en autoriteiten.

Die structuren moeten we echter niet verabsoluteren: zij zijn een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde voor een gezonde samenleving. Politiek filosofen en historici hebben bovendien al gewezen op de gevaren van de ontsporing van systemen (cf. Habermas, de tegenstelling systeemwereld vs. leefwereld). Staat en markt kunnen veel kapot maken. In de Rijnlandse traditie benadrukken we daarom de tweeslag: structuren van ontmoeting. Het is zaak om structuren en instituties dienstbaar te maken aan de vitaliserende werking van menselijke ontmoeting in de samenleving.

Met het spreken over ‘structuren van ontmoeting’ bepleiten we geen romantische of restauratieve agenda. Bovendien denken we niet dat ‘Rijnland’ een wondermiddel is; een duizend-dingen-doekje voor al onze sociale en economische kwalen. Er is genoeg reden om kritisch te zijn op onderdelen van de Rijnlandse geschiedenis – dat adresseren we ook in ons onderzoek. We denken echter wel dat een serieuze heroriëntatie nodig is; dat er scheefgroei is in het hart van onze economie, politiek en instituties. Veel mensen beseffen zich dat inmiddels, blijkt uit de alomtegenwoordige anti-neoliberale geluiden en politieke kritiek op het ‘economisme’. Maar het formuleren van een alternatief, een wijze van denken en doen, een combinatie van theorie en traditie, die geloofwaardig kan functioneren, gebeurt helaas nog maar heel sporadisch. Het Rijnlands denken, met zijn notie van ‘structuren van ontmoeting’, biedt volgens ons de potentie om die andere manier van het inrichten van economie en samenleving wel te gaan ontwikkelen.

Als we het hebben over het vormgeven van een Rijnlandse economie en samenleving dan weten we: die kunnen we niet verordonneren of middels systeem of wet in het leven roepen. Wat we wel kunnen doen: nadenken over manieren van organiseren die het Rijnlands denken en doen in de hoofden en harten van de mensen doet ontstaan. Voor inspiratie kunnen we putten uit de Rijnlandse traditie, waar ‘structuren van ontmoeting’ nog steeds heel helder zichtbaar zijn. Dan hebben we het over de traditie van civil society, die vorm heeft in kerken en verenigingen; over economische gemeenschappen, van o.a. familiebedrijven en MKB; binnen grote organisaties, met medezeggenschap en ondernemingsraad; in de financiële sector, met coöperatieve banken en verzekeraars; et cetera. Dit inzicht maakt de Rijnlandse traditie ook heel concreet – en langs deze lijnen willen wij oude inzichten proberen te formuleren naar nieuwe beleidsrichtingen. Daarmee willen we o.a. politici, bedrijven, organisaties en maatschappelijke organisaties die aan de slag willen met Rijnland (2.0) er ook op wijzen: er zijn genoeg aanknopingspunten.