Dit essay verscheen eerder in de bundel Vrijheid & Verantwoordelijkheid (2022), uitgegeven door Socires in samenwerking met o.a. Nationaal Comité 4 en 5 mei. Meer informatie onder socires.nl/publicaties.
Wat is vrijheid? Het is eigenlijk heel simpel: “Mijn vrijheid houdt op waar de jouwe begint... en andersom." En daarmee is het ook onlosmakelijk verbonden aan verantwoordelijkheid. Het zijn beide woorden die we gemakkelijk bezigen, maar waarachter een hele wereld schuilgaat. En woorden doen ertoe. Het gebruik ervan is niet onschuldig. De gewelddadige erupties in de menselijke geschiedenis komen zelden zomaar uit de lucht vallen. Meestal worden ze ingeleid door woorden.
Het begon destijds niet met de Holocaust, maar met woorden. Woord voor woord werden medemensen met een schaaf ontdaan van hun menselijkheid. Totdat de vernietiging van die mensen – enkel om wie ze ‘waren’, het deed er helemaal niet toe wat ze deden – op industriële wijze ter hand werd genomen.
Het herdenken van de slachtoffers. Het herdenken van hoe een hoegenaamd verlichte en hoogbeschaafde cultuur in de diepste krochten van de hel kan geraken, en het herdenken van de offers voor democratie, mensenrechten, en de rechtsstaat die zovelen brachten. Het herdenken blijft essentieel. Te meer daar de generaties die de onderdrukking, knechting, en bezetting aan den lijve hebben ondervonden bijna allemaal afscheid van ons hebben genomen. En groeit de weerstand als we zelf de lijn van hun verhaal voorttrekken. “Het is al bijna honderd jaar geleden” en “vergelijk mensen nou niet meteen met nazi’s.”
Dat snap ik.
Het nationaalsocialisme [van Hitler] was een extreme perversie van de Europese geschiedenis. En de geschiedenis herhaalt zich niet. Maar: hij rijmt wel, zoals Mark Twain eens zei. Bovendien, zo lang geleden is het nou ook weer helemaal niet. Als ik mijn leeftijd aftrek van mijn geboortejaar 1961, kom ik in 1901 uit. De tijd van onze grootouders en overgrootouders is maar een zucht geleden. Mijn grootouders waren geboren in 1903. En met het verscheiden van de oorlogsgeneraties, gaat de levende herinnering definitief over in geschreven geschiedenis.
Als dat zo is, dan vereist het meer energie om de herinnering, maar bovenal de geleerde lessen, levend en actueel te houden. Want de problemen waarvoor we ons gesteld zien, zijn dezelfde als waar de mensheid zich sinds het prille begin mee zag geconfronteerd.
De oude Grieken schreven al over goed en kwaad, over wat dapperheid is en wat laf. Eén belangrijke les zou moeten zijn dat ‘niets geschreven staat’. Niets is onvermijdelijk. Wie een studie zou doen naar de opkomst en machtsovername van Hitler kan niet anders dan concluderen dat er duizend en één redenen waren waarom hij politiek was uitgespeeld, en hoe onwaarschijnlijk en zelfs onwaarachtig het zou zijn dat nou juist hij aan de macht zou komen.
Maar hoe vaak niet is ‘onwaarschijnlijk’ en ‘onvoorstelbaar’ achteraf ‘onvermijdelijk’ geworden? Alleen al de huidige pandemie zou ons deze les moeten leren. We zijn vreselijk slecht in het voorspellen, vooral als het over de toekomst gaat. Een deel van onze ‘blindheid’ ligt in het falen van onze verbeeldingskracht.
De val van de Muur in 1989? 9/11 in 2001? De financieel-economische crisis in 2008? De Arabische Lente in 2010? Brexit in 2016? Trump? Achteraf allemaal kraakhelder verklaard, vooraf had niemand het verwacht. Misschien moeten we onze ogen en oren wijder openzetten. Niets is onvermijdelijk, niets is onvoorstelbaar. Niet alleen kijken, maar zien, niet alleen horen, maar luisteren.
Bij studenten test ik weleens het volgende citaat.
We bevechten een vijand die anders is dan wij. Niet open, maar verstopt. Niet rechtdoorzee, maar listig. Niet eerlijk, maar gemeen. Niet nationaal, maar internationaal. Hij gelooft niet in werken, maar speculeert met geld. Hij heeft geen eigen thuisland, maar meent dat hij eigenaar is van de hele wereld.
Ik vraag vervolgens waar gaat dit over? Van wie zou het afkomstig kunnen zijn? Want we horen hier samengebald alle antisemitische clichés die we kennen. Het is een citaat van een regeringsleider in de Europese Unie. Hij sprak het in maart 2018 uit tijdens een verkiezingscampagne. Hij had een jood, George Soros, tot zijn grootste vijand verklaard.
Maar als je dit leest en aan jongeren voorhoudt, herkennen ze vaak de verborgen boodschap niet. Ze hebben er geen gevoel bij en kunnen het niet plaatsen. En dit zijn intelligente, welwillende, idealistische jonge mensen. In het Engels zou je zeggen dat ze de ‘dog whistle’ niet horen.
Woorden waar een wereld achter schuilt. En soms zijn het ook beelden, zoals we onlangs zagen bij een verschrikkelijke karikatuur in de Volkskrant van Maurice de Hond, waarbij de maker zich op geen enkele manier realiseerde dat hij alle stereotypen die door de nazi’s werden gebruikt over de Joden in die ene tekening had gestopt.
Maar als jonge mensen deze verschijnselen niet kunnen duiden, wat kunnen we dan doen? Als je het niet kunt duiden dan kun je de kiemen van haatspeech, of haatspeech zelf, niet erkennen en kun je, zonder dat je dat zou willen, worden meegezogen in een politiek die niets anders doet dan mensen tegen elkaar opzetten en tegen elkaar uitspelen.
De opkomst van haatspeech, nationalisme, xenofobie, en illiberalisme – soms ook gewoon een eufemisme voor onvrijheid – het gebeurt voor onze ogen, het gebeurt in onze buurt. Je ziet het in de sociale media, het vindt vruchtbare bodem in ons politiek discours… Alweer, zou ik zeggen.
De waarden die we hoog achten, die in onze wetten en verdragen staan, zijn geen vanzelfsprekendheden. De vrijheden die we koesteren, die ons beschermen en ons toestaan ons leven te leiden zoals wij dat willen, zijn bepaald geen vanzelfsprekendheden. Ze hebben mondige en actieve burgers nodig. Prins Claus sprak vaak over ‘zivil courage’, wat ik een prachtige uitdrukking vind. Burgermoed. Deze waarden vereisen ook wederzijds respect en dialoog, in plaats van vernedering en monoloog.
Wederzijds respect uit zich ook in solidariteit. We zitten nog steeds in een pandemie en we zetten alles op alles om deze in de greep te krijgen. In de strijd tegen Covid-19 heeft de jeugd zich in grote mate uitzonderlijk solidair getoond met andere generaties door allerlei beperkingen te accepteren en na te leven waar ze zelf niet zozeer van profiteerden. Niet zozeer om henzelf, want voor zover we weten lopen de meeste jonge mensen relatief weinig risico. Maar juist omwille van de gezondheid en veiligheid van oudere generaties, zoals mijn generatie en die van mijn ouders.
Ik vind dit een heel groot offer.
Ik vind het dan ook niet minder dan normaal dat wij deze solidariteit in gedachten houden als we kijken naar de toekomst. Het is nu tijd dat we solidair zijn met komende generaties. Hoe komen we uit deze crisis? Welke schulden laden we op hun schouders? Wat voor wereld laten we voor hen achter? Want we zitten ook middenin een klimaat- en biodiversiteitscrisis. Een existentiële crisis waar geen vaccin tegen is opgewassen. De meeste mensen vragen dus nog altijd dat politici en bestuurders in actie komen.
Dat is goed nieuws, want zonder steun van de bevolking zal het niet gaan.
Als je vervolgens uittekent wat je moet doen om de opwarming van de aarde te beperken, dan wordt het natuurlijk meteen moeilijker. Want de investeringen die voor zo’n fundamentele omwenteling nodig zijn, zijn hoog. Het vergt ook een verandering in onze manier van produceren en consumeren, van hoe we onszelf verplaatsen, hoe we onze huizen verwarmen en koelen, en hoe we ons voedsel verbouwen en nuttigen.
Het vergt een geheel andere manier van leven. Verandering is altijd lastig. Voor sommigen ook pijnlijk. Dat moeten we zien, daar moeten we naar luisteren. Want als deze transitie niet eerlijk gebeurt, zal ze gewoon niet gebeuren. Maar we moeten ook eerlijk zijn: niets doen is geen optie. De kosten zijn simpelweg te hoog om te dragen. Denk aan droogtes en nu al verloren oogsten, verwoestende bosbranden, extreme weerpatronen die miljoenen op de vlucht jagen. Denk aan het uitsterven van 1 miljoen diersoorten, waaronder de bestuivers en insecten die noodzakelijk zijn zodat we voedsel kunnen produceren. Oorlog over water, over eten: zijn het zaken waarvan we nu denken ‘onwaarschijnlijk’, en later moeten zeggen ‘nou het was toch echt onvermijdelijk’?
Ik vind, we moeten altijd met het slechtste rekening houden.
En daarom is de Europese Green Deal geen klimaat- maar een groeistrategie. Het gaat niet alleen om klimaat, maar ook om veiligheid. En het is waarom Europese regeringsleiders hebben gevraagd om het economisch herstel van de EU en haar lidstaten te baseren op een groene transitie en een digitale transformatie.Europa wil in 2050 het eerste continent ter wereld zijn dat klimaatneutraal is. We hebben onze ambities op dit punt opgeschroefd. In 2030, dus over minder dan 10 jaar, moet onze uitstoot met minstens 55% zijn gedaald ten opzichte van 1990. Dat vergt een hele forse aanscherping van bestaande regelgeving op heel veel terreinen zoals energie, transport, woningen, landgebruik et cetera. De prikkels voor – en beloningen bij – duurzaam gedrag zullen een stuk sterker moeten worden. Daar werken we nu aan.
Dan moet u denken aan bijvoorbeeld het herstel van bossen, zodat ze meer CO2 kunnen opnemen, en de biodiversiteit versterken. Driekwart van onze bossen is in slechte staat, op Europese schaal. Daar moeten we iets aan doen. Of aanpassing van de emissiehandel en mogelijke uitbreiding naar wegtransport en gebouwen, zodat er een prijs komt op het uitstoten van CO2. De doelstellingen voor hernieuwbare energie en voor energie-efficiëntie zullen we ook verhogen. Auto’s zullen minder mogen uitstoten, en we moeten de infrastructuur klaar maken voor de enorme groei van elektrisch rijden. Dus laadstations overal, maar ook hernieuwbare energie opwekken.
Voor de industrie is het zaak dat we de vergroening in Europa niet onderuithalen als gevolg van zogenaamde ‘carbon leakage’. Dat wil zeggen dat bedrijven naar elders gaan waar de regels minder streng zullen zijn. Overal ter wereld moet de uitstoot omlaag. Een koolstofheffing aan de grens moet voorkomen dat CO2-uitstoot zich simpelweg verplaatst. Ook in onze handel moeten we nadrukkelijk letten op de effecten en gevolgen van hoe we consumeren. De import van producten als palmolie, hout, en soja mag niet leiden tot het verdwijnen van oerbossen in andere delen van de wereld. Of het nou Zuid-Amerika, Afrika of Azië is.
Dit zit allemaal in nieuwe voorstellen die we deze zomer zullen presenteren. Dit jaar zal cruciaal blijken. In oktober komen landen uit de hele wereld bijeen in Kunming, in China, om afspraken te maken over biodiversiteit. En in november in Glasgow om te spreken over klimaat. Het is cruciaal omdat het echt één voor twaalf is. We hebben nog maar een paar jaar. Gelukkig zie je dat dit ook internationaal steeds beter wordt gedeeld.
De boodschap is dat iedereen verantwoordelijkheid draagt voor onze gezamenlijke toekomst. Niemand kan hier alleen uitkomen, alleen samen komen we hieruit.
Ik herhaal: mijn vrijheid houdt op waar de jouwe begint, en andersom. Dat gaat ook steeds meer gelden voor de wijze waarop we leven, produceren, consumeren, bouwen, verbouwen, en ontginnen. De mens moet leren te leven binnen de grenzen die de aarde ons stelt.
In art. 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie staat:
De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
En in dit artikel staat in feite waar het om gaat; het gaat niet zozeer om de planeet zelf, maar om het welzijn van onze mensen. De planeet redt zich immers wel zonder mensen. Dat heeft ze immers al miljarden jaren gedaan. De huidige pandemie en de ongekende ‘lockdown’ hebben de woorden gezondheid en welzijn ook een andere klank en inhoud gegeven. Mensen accepteren niet meer dat zij en hun kinderen langzaam stikken door uitstoot van vrachtverkeer of industrie. Mensen accepteren niet meer dat de oceaan langzamerhand meer plastic dan vis herbergt, dat microplastics ook ons eigen lichaam binnensluipen – via wat we eten of drinken, of door de banden van onze auto’s of door de kleding die we dragen. Mensen accepteren niet meer dat we bossen eindeloos kunnen kappen, en zo onze flora en fauna om zeep helpen. Mensen willen en verdienen de vrijheid om hun leven in gezondheid en welzijn vorm te kunnen blijven geven.
En zij snappen dat dit iets vergt, namelijk verantwoordelijkheid voor elkaar, en voor degenen die na ons komen. Het zal allemaal niet makkelijk zijn. Afscheid nemen van een wereld die al meer dan anderhalve eeuw op fossiele brandstoffen draait is moeilijk. Het goede nieuws is dat het kan. We hebben de technologie, we hebben de hersens, we hebben zelfs het geld.
Wat we nu nodig hebben is politieke en vooral sociale moed. De moed om solidair te zijn en verantwoordelijkheid te nemen. Voor onze vrijheid en voor die van generaties na ons. Als ik kijk naar de jonge generaties ben ik ontzettend optimistisch. Zonder hen was er geen Green Deal gekomen. Zij gaan de straat op, en voeden hun ouders op. Ook bij mij thuis.
Wij zijn het aan hen verschuldigd te bouwen aan een levensvatbare toekomst. Die niet alleen het voortbestaan van de mens verzekert, maar ook gezondheid en welzijn boven alles stelt. Voor iedereen, niet enkel de weinige gelukkigen in de rijke wereld. Een toekomst waarbij we verder kijken dan de steriele cijfers van het Bruto Nationaal Product die altijd op de financiële pagina’s prijken.
Laat ik afsluiten met waar ik begon. Woorden. Vrijheid en verantwoordelijkheid. Ze gaan hand in hand. Maar ze komen niet vanzelf. Ze hebben bescherming, onderhoud, en versterking nodig, iedere dag. Daar wil ik aan toevoegen: is het niet mooi dat we nu iets kunnen doen, niet voor onszelf, maar voor toekomstige generaties. Dat wat we nu doen, dat we daar zelf misschien niet eens zoveel profijt meer van zullen hebben, maar onze kinderen en kleinkinderen wel. Dat we bomen planten waarvan we weten dat we zelf nooit meer in hun schaduw zullen zitten, maar onze kinderen en kleinkinderen wel.
Dat we dingen zullen bouwen waarvan zij later zullen zeggen ‘zo had het gemoeten, bedankt ouders dat je dat gedaan hebt.’ In plaats van dat ze zullen zeggen ‘ouders, wat voor verrotte wereld heb je ons nu nagelaten?’ Wat we moeten doen vergt verbeeldingskracht: een open en kritische blik, en een flinke dosis zivil courage.
Dat wens ik iedereen toe.
Frans Timmermans is Eurocommissaris en vicevoorzitter van de Commissie-Von der Leyen.
Naschrift door Frans Timmermans, maart 2022
Wat mij betreft is deze speech die ik een jaar geleden op 1 mei 2021 heb gehouden nog steeds actueel. Echter, sinds de agressieve invasie van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022 is de wereld radicaal veranderd. Deze oorlog en de oorlogsmisdaden die bij schrijven worden begaan, laten des te meer zien hoe kwetsbaar de fundamentele waarden zijn waar wij in de Europese Unie voor staan: mensenrechten, rechtsstaat, en democratie. Het zijn geen vanzelfsprekendheden. Deze oorlog onderstreept eveneens het failliet van het Russische verdienmodel en de noodzaak onze transitie naar schone energie te versnellen; het is de hoogste tijd onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te beëindigen. In de eerste plaats omdat de exploratie en verbranding ervan de mensheid letterlijk vergiftigt en verstikt, maar ook omdat onze verslaving aan gas en olie ons nu kwetsbaar maakt vis-à-vis het regime in Moskou. Door in de EU samen op te trekken maken we ons sterk voor onze waarden en vrijheid, en weerbaar door onze eigen energie veilig te stellen via een versnelde energietransitie.